Dentale occlusie omschrijft de manier waarop uw tanden van de onder- en bovenkaak op elkaar ‘passen’, zodra u uw tanden op elkaar zet.
Als uw tanden niet goed op elkaar passen, dan kan dit de nodige problemen veroorzaken. Dit kan in het tandvlees, het temporo-mandibulaire gewricht (kaakgewricht) of de spieren die uw kaak bewegen zijn. Deze problemen worden ‘occlusale’ problemen genoemd.
Tanden die niet in de tandboog staan, zwaar versleten zijn, voortdurend afbreken, vullingen die afbreken of kronen die loskomen, het kunnen allemaal tekenen zijn van occlusale problemen. Uw tanden kunnen ook gevoelig zijn zodra u dichtbijt of kunnen zelfs continue pijn veroorzaken.
Losse tanden of terugtrekkend tandvlees kan verergeren door een verkeerde beet en dus een verkeerde dentale occlusie. Door de onevenwichtige krachtverdeling is de balans in het gebit verstoord, waardoor dergelijke problemen ontstaan.
De letters TMJ zijn een afkorting voor ‘temporo-mandibular joint’, het gewricht dat uw onderkaak en uw schedel verbindt (kaakgewricht). Door de beweging in dit gewricht bent u in staat uw mond te openen en te sluiten, alsmede naar links en rechts te bewegen. Het kan voorkomen dat uw kaakgewricht een klikkend of knappend geluid maakt bij openen of sluiten van de mond. Daarnaast kan er sprake zijn van een beperkte mondopening of pijn bij beweging van de kaak. Dit allemaal kan erop wijzen dat er een disbalans is in de dentale occlusie: de manier waarop de ondertanden op de boventanden passen.
Als uw kaak in de verkeerde positie staat, moeten de spieren die de kaak bewegen een stuk harder werken. Dit leidt tot spierspasmen en vermoeidheid. De belangrijkste symptomen zijn hoofdpijn, migraine (vooral ‘s ochtends zodra u wakker wordt), pijn achter uw ogen, sinuspijn en pijn in uw nek en schouders. Soms zijn zelfs de rugspieren betrokken bij de klachten.
Veel mensen hebben een imperfecte occlusie en/of ontbrekende tanden, maar hebben nooit symptomen omdat zij zich goed hebben kunnen aanpassen aan de nieuwe gebitssituatie. In tijden van verhoogde stress en spanning of in tijden van verminderde weerstand, kunnen eventueel symptomen verschijnen, maar ook relatief snel weer verdwijnen. Ook kan het voorkomen dat door de verstoorde occlusie de tanden worden aangetast, namelijk op de volgende wijzen:
Als u een van bovenstaande klachten ervaart, neem dan contact op met uw tandarts voor advies en eventuele behandeling.
Wellicht speelt knars- of klemgedrag een rol. Hierbij glijden de onder- en boventanden over elkaar of worden de kaken stevig op elkaar geklemd. Soms kan dit worden veroorzaakt door angst, maar over het algemeen klemmen de meeste mensen hun tanden als ze zich concentreren op een taak. Het komt echter ook vaak voor dat mensen die knarsen of klemmen dit onbewust in hun slaap doen. Klachten die hierbij horen, maar niet per se altijd voorkomen, zijn een gevoelige of stijve kaak en hoofdpijn direct nadat men wakker is. Daarnaast kan ook het gebied rondom het oor pijnlijk aanvoelen en kan er sprake zijn van een beperking in de beweging van de onderkaak.
Het advies is om uw tandarts te bezoeken. De tandarts kan u mogelijk zelf van de klachten afhelpen, door specifieke oefeningen voor te schrijven of een knarsplaat te vervaardigen die u tijdens het slapen in de mond plaatst. De kunststof knarsplaat is op maat gemaakt voor uw gebit en beschermt de onder- en boventanden tijdens het knarsen.
Counseling en ontspanningstherapie kunnen in bepaalde situaties zeer effectief zijn. Deze technieken helpen de patiënt om zich meer bewust te worden van stressvolle situaties en de spanning onder controle te houden. Hierbij wordt ook het knars- of klemgedrag geleidelijk afgeleerd.
Zoals met elk type gewrichtspijn, kan het helpen om minder druk op het betreffende gewricht uit te oefenen. Een zacht dieet kan nuttig zijn, net als corrigerende oefeningen en het toepassen van warmte op de pijnlijke plaats. Ook fysiotherapeutische oefeningen kunnen een goede therapie vormen om de klachten te behandelen.
Als er sprake is van een disbalans in de manier waarop uw tanden van de onder- en bovenkaak in elkaar ‘passen’ (occlusie), kan het noodzakelijk zijn om de vorm of stand van de tanden aan te passen. De tandarts zal dan op de punten waar sprake is van foutief contact en de punten die overbelast zijn, de tanden iets afslijpen. Zo zal de krachtverdeling weer gebalanceerd zijn en zullen de tanden op de juiste manier over elkaar heen glijden.
Het kaakgewricht dient bij voorkeur gelijkmatige steun te vinden aan beide zijden van de kaken. De kauwfunctie kan het beste worden uitgevoerd, zodra er aan beide zijden voldoende tanden aanwezig zijn en als de verdeling symmetrisch is. Een ongelijke verdeling betekent niet per definitie dat er klachten ontstaan in het kaakgewricht. Mocht dit echter wel de aanleiding zijn voor de kaakgewrichtsklachten, kan de tandarts eventueel ontbrekende tanden aanvullen met een uitneembare prothese of vaste voorziening (zoals een brug of implantaten).
Geneesmiddelen worden primair enkel ingezet om de pijn te verlichten.
Als uw tanden in een verkeerde positie staan, kan een beugel worden geadviseerd om deze weer in de juiste positie te krijgen. Zo kunnen de krachten weer beter verdeeld worden over alle tanden en kunnen eventuele klachten verholpen worden.